Studenten gaan bij het ontwerpen van product of opdracht met elkaar nadenken over wat echt belangrijk is en wat minder belangrijk is. Dat doe je door eerst userstories (zinnen geschreven vanuit de gebruiker) te maken met studenten en daarna te rangschikken hoe belangrijk alle vereisten zijn. Je laat studenten stellingen opschrijven over de opdracht, waarbij ze zich inleven in de gebruiker. Bijvoorbeeld: studenten krijgen de opdracht om een informatiefolder over desinformatie te maken. Userstories voor de informatiefolder: ik wil in de informatiefolder te weten komen wat desinformatie is. In de informatiefolder wil ik voorbeelden zien van desinformatie. Ik wil dat de informatiefolder er mooi uitziet  en ook digitaal kan bekijken. Ik wil in de informatiefolder tips krijgen wat ik kan doen tegen desinformatie. Kortom: userstories zijn zinnen die je schrijft alsof je de gebruiker bent.
Je kunt ook als docent zelf userstories aanreiken en studenten daarover direct laten rangschikken hoe belangrijk het is dat de vereisten in het ontwerp komen.

Vervolgens ga je aan de hand van Must (moet gebruikt worden) Should (zou erin moeten zitten) Could (kan gebruikt worden) Would (zou er eventueel in kunnen zitten) bepalen wat echt per se in het ontwerp moet voorkomen en wat er eventueel ook in zou kunnen zitten. Je leert studenten op deze manier prioriteiten stellen bij het ontwerpen.