JE HEBT ONS GEHACKT

emoji

Dan is deze conferentie echt wat voor jou!

Online gedrag en professionele identiteit

In deze les kruipen de studenten in de huid van een werkgever en stellen ze een social media-protocol op voor hun fictieve werknemers.

Online gedrag en professionele identiteit
Tijdsduur:
90 min.
Mbo-niveau:
3 | 4
Benodigdheden:
Device per student
In te zetten bij:
Burgerschap | SLB

Competentie

Thema

Jezelf online profileren.

Lesdoelen

  • De student kan kritisch kijken naar het eigen mediagedrag;
  • De student kan benoemen welke gevolgen het online gedrag kan hebben op de (toekomstige) loopbaan.

Te leveren producten

Sociale mediaprotocol voor eigen (fictieve) bedrijf.

Beginsituatie

De student is zich bewust van het feit dat informatie online niet zomaar verdwijnt. De koppeling met de toekomstige loopbaan en werkgever is nog niet gemaakt. Wie is de student online en hoe weegt dit mee voor de (studie)loopbaan?

Vooruitkijken - 40 min

Stel de volgende vraag via Mentimeter: ‘Denk je na voordat je online iets post over de mensen die het zien?’

Begin een groepsgesprek met verschillende voorbeelden:

  • Je hebt wat er online te vinden is niet altijd zelf in de hand. Uitgaansgelegenheden posten foto’s, een trotse rijschoolhouder of een sportclub laat zien wat je in je vrije tijd doet. Herkennen de studenten dat? Heeft er weleens iets online gestaan wat jij liever niet online had gehad?
  • Kunnen jullie een voorbeeld noemen van een situatie waarbij een online post effect heeft gehad op een loopbaan?

Laat vervolgens de volgende twee voorbeelden zien:

  1. Artikel AD – Ontslag door sociale media
  2. Artikel NU.nl – Yvonne Coldeweijer deelt nepvideo als bewijs voor coke snuiven Talitha Muusse

Bespreek met de studenten wat zij van deze voorbeelden vinden. Vraag per voorbeeld:

  • Wie is waar verantwoordelijk voor?
  • Wat had jij anders gedaan in dezelfde situatie?

Opdracht 1 (10 min.)

Deel een lege Padlet met de studenten. Laat studenten berichten plaatsen aan de linker- of rechterkant van de Padlet.

Links beantwoorden ze de vraag: Waar ben je trots op en wil je delen met de wereld?
Rechts beantwoorden ze: Wat is volgens jou niet iets om te delen met de wereld?

Na vijf minuten komt de vraag of ze de geplaatste berichten opnieuw willen indelen: Wat helpt volgens hen bij het opbouwen van een carrière? Wat zal een toekomstige werkgever belangrijk vinden?

Opdracht 2 (10 min.)

Steeds meer bedrijven werken met een social media-protocol: richtlijnen waar werknemers zich aan moeten houden. Zoek op internet voorbeelden van het sociale mediaprotocol van bedrijven (via Google vind je veel verschillende). Geef de studenten even de tijd om het te lezen en laat ze daarna vertellen wat zij vinden van deze regels. Vervolgens geef je de opdracht:

  • Zoek in tweetallen uit wat de regels zijn binnen de school. Waar kan je dat vinden?

Uitvoering - 40 min

Opdracht 3 (30 min.)

Laat de studenten in de huid van de werkgever kruipen. De studenten gaan in groepjes van drie of vier de volgende twee vragen beantwoorden.

  1. Wat mag je als werkgever aan regels opstellen? Hoe zit het met vrijheid van meningsuiting?
  2. Welke regels zou jij opstellen voor jouw werknemers als je een eigen bedrijf zou runnen? Stel een sociale mediaprotocol op voor jouw toekomstige bedrijf. Wat vind jij daarin belangrijk? En waarom?

Bespreek klassikaal (10 min)
Wat vinden de studenten belangrijk in hun eigen bedrijf? Zij geven een opsomming van de regels. Vervolgens concluderen jullie gezamenlijk welke lessen er zijn geleerd vanuit de voorbeelden:

  • Op basis van het Burgerlijk Wetboek is een werknemer verplicht zich te houden aan voorschriften die ‘de goede orde in de onderneming’ bevorderen. Daarnaast kan er een beroep worden gedaan op ‘goed werknemerschap’ dat ook is opgenomen in het Burgerschap Wetboek;
  • Dat geeft een werkgever niet alle vrijheid: er moet rekening worden gehouden met de vrijheid van meningsuiting. Je kan bijvoorbeeld nooit je werknemers verbieden om helemaal niet actief te zijn op sociale media;
  • Als werkgever is het handig om een sociale mediaprotocol op te stellen. Dat geeft helderheid voor werknemers, maar ook houvast voor als er een incident plaatsvindt.

Opdracht vereenvoudigd

Laat studenten in groepjes de social media protocollen van twee bedrijven of organisaties opzoeken waar zij wel zouden willen werken. Ze gaan de protocollen met elkaar vergelijken. Waarom zouden ze het bij de ene organisatie anders doen dan bij de andere? De studenten kunnen met elkaar bespreken wat zij wel en geen goede regels vinden uit de protocollen.

Wil je de studenten tegemoet komen? Geef ze dan al de link naar twee social media protocollen, bijvoorbeeld van ProRail en het Martinuscollege.


Verdiepingsopdracht

Laat de studenten werken in groepjes van drie. Ze gebruiken het social media protocol dat ze bij de basisopdracht samen hebben opgesteld. Geef ze de volgende opdracht:

  1. Bedenk een denkbeeldige persoon in je toekomstige werkveld;
  2. Schrijf voor jezelf op wat die persoon doet op social media en bedenk of dit in lijn is met jullie protocol of niet;
  3. Bespreek met je groepsgenoten de situatie die je bedacht hebt en laat de rest van je groepje beoordelen of dit wel of niet mag;
  4. Wissel jullie meningen met elkaar uit

Afhankelijk van de tijd kun je ervoor kiezen om per groepje maar één of twee studenten een situatie te laten bedenken.


 

Terugkijken - 10 min

Reflecteer op en bespreek de verschillende protocollen:

  • Wat valt je op aan de regels?
  • Zijn het regels waar jij je zelf aan kan houden
  • Waarom wel of niet?

Dit is een product van het Practoraat Mediawijsheid. Onze lessen vallen onder de Creative commons licentie