De student heeft mogelijk wel eens gehoord van mediawijsheid, maar hier niet eerder les over gekregen. De thema’s die aan bod komen in deze les komen de student mogelijk enigszins bekend voor, maar zijn niet eerder op school besproken.
Start de les met een aantal vragen. Deze kun je in MS Forms of Mentimeter stellen, zodat elke student de gelegenheid krijgt om te antwoorden.
- Heb jij weleens over mediawijsheid gehoord?
- Leg uit wat jij denkt dat mediawijsheid is.
- Hoe mediawijs ben jij? (1 helemaal niet mediawijs tot 10 heel mediawijs).
- Waarom geef jij jezelf dit cijfer?
- Met welke thema’s die hieronder staan heb je ervaring?
- Privacy
- Nepnieuws en complottheorieën
- Cyberpesten
- Sexting & grooming
- Online criminaliteit
- Media
- Digitools
- Online weerbaarheid
De studenten maken deze vragen aan het begin van de les. Ga in gesprek met de studenten over de ingevulde antwoorden. Sta vooral stil bij wat ze verstaan onder mediawijsheid en laat de studenten wat ervaringen delen over de thema’s.
Definitie mediawijsheid:
Mediawijsheid is de verzameling competenties die je nodig hebt om actief én bewust te kunnen deelnemen aan de mediasamenleving. (bron: www.mediawijsheid.nl)
Mediawijsheid is het veilig en slim inzetten van alle beschikbare media – digitaal en analoog – om de eigen kwaliteit van leven te vergroten én ervoor te zorgen dat je optimaal kunt deelnemen aan de wereld om je heen.
Mediawijsheid wordt vaak gebruikt als een containerbegrip. Het omvat alles wat te maken heeft met nieuwe media, sociale media, internet, smartphones, tablets en hoe je hiermee moet omgaan. |
Opdracht 1: Onderzoek een thema (60 min.)
Laat studenten in een groep een thema uitkiezen. Ze noteren alles wat ze weten over dit onderwerp. Mogelijke thema’s zijn:
- Privacy;
- Nepnieuws en complottheorieën;
- Cyberpesten;
- Sexting & grooming;
- Online criminaliteit (identiteitsfraude etc.);
- Media;
- Digitools;
- Online weerbaarheid;
- Sociale media.
Daarna gaan de studenten op internet op zoek naar informatie over het onderwerp dat ze hebben gekozen.
Onderzoek per thema:
- Wat houdt dit thema precies in?
- Wat is er positief aan dit thema?
- Wat is er negatief aan dit thema?
- Geef twee voorbeelden van situaties die met dit thema te maken hebben.
- Wie hebben er met dit thema te maken? En op welke manier hebben zij met dit thema te maken?
Nabespreken bevindingen (60 min.)
De studenten worden in groepjes ingedeeld, studenten met hetzelfde onderwerp komen samen in een groepje. Er wordt eerst binnen het groepje uitgewisseld wat er is gevonden. Hebben studenten hetzelfde gevonden? Wie heeft er iets gevonden dat anderen niet hebben?
Bespreek daarna klassikaal na. Elk groepje vertelt in het kort welke informatie zij hebben gevonden op het internet. De studenten kunnen op elkaar reageren.
Opdracht 2: informatievideo (60 min.)
De studenten maken in duo’s een informatiefilmpje. In dit filmpje geven de studenten in maximaal 2 minuten informatie over het thema waarover zij informatie hebben opgezocht.
Stap 1
De studenten wisselen informatie uit en maken een script over wat zij willen delen in het filmpje. De video bevat de volgende onderdelen:
- Korte introductie: De studenten vertellen in het kort wie zij zijn.
- Belangrijkste informatie die zij over het onderwerp hebben gevonden.
- De studenten geven voorbeelden passend bij het onderwerp.
- De studenten geven de kijkers tips.
- De studenten eindigen het filmpje met een pakkende zin. Bijvoorbeeld; Stop (cyber) pesten. Wij gaan de strijd aan jij ook?
Stap 2
Nadat er een script is bedacht, gaan de studenten gaan in duo’s de video’s opnemen. Dit kunnen ze doen met een telefoon, laptop of camera.
Opdracht vereenvoudigd
Om de opdracht te vereenvoudigen kunnen studenten bijvoorbeeld alleen de eerste opdracht doen.
Verdiepingsopdracht
De studenten denken na over manieren om hun gekozen thema verder onder de aandacht te brengen. Ze kiezen een doelgroep en schrijven op voor wie zij de informatievideo vooral hebben gemaakt en hoe ze die doelgroep kunnen bereiken. Zou dat zijn via sociale media? Of op een andere manier? Waarom?
De video’s die zijn gemaakt worden gedeeld met de docent, zodat deze bekeken kunnen worden. De studenten geven elkaar waarderende feedback. Wat is er goed aan de video? Wat heb je geleerd dat je nog niet wist?