Je verdeelt de klas over vier groepen. Iedere groep krijgt een naam, bijvoorbeeld een kleur of een teamnaam. De groepen krijgen telkens een ronde de tijd om aan een opdracht te werken. Je bepaalt zelf hoelang de rondes duren.

Bepaal van tevoren de vier opdrachten, bijvoorbeeld een opdracht over theorie herkennen in een praktijksituatie, werken aan een opdracht of onderdeel van het vak, verdiepen in theorie, feedback krijgen van de docent op gemaakt werk. Je kunt zelf bepalen welke vier opdrachten passen bij de studenten en de les.

Maak een schema op het bord waarop duidelijk te zien is welke groep aan welke opdracht werkt in welke ronde. Als de vier rondes voorbij zijn, hebben de studenten doelgericht aan vier verschillende opdrachten gewerkt, waarin ze bijvoorbeeld kennis hebben kunnen verwerken en toepassen, aan een opdracht hebben kunnen werken, of met klasgenoten hebben kunnen overleggen.

Stimulerend leer- en werkklimaat scheppen
Activeren leerproces
Studenten doelgericht aan het werk zetten
Werkvormen inzetten

Deze werkvorm zou je online kunne inzetten door de groepjes in breakout rooms te laten werken.