Jouw digitale klaslokaal
Jouw digitale klaslokaal
De docenten van het Practoraat Mediawijsheid doen praktijkgericht onderzoek om nieuwe ideeën uit te proberen en kennis op te doen om de onderwijspraktijk te verbeteren. Mark Janssen Groesbeek van Mediacollege Amsterdam liep tegen de jungle van digitale tools en systemen aan en dat studenten soms door de bomen het bos niet meer zien. Hij betrok de studenten bij het beleid rondom digitale tools van school en ontwierp een wegwijzer met alle tools en informatie.
Wat was de aanleiding van je onderzoek?
Er is een ware jungle aan digitale systemen ontstaan voor de studenten en docenten. Het is steeds onduidelijker waar bepaalde informatie te vinden is. Studenten zijn hier zoekende in. De motivatie van studenten zakt naar dieptepunten en deadlines worden niet meer gehaald.
In welke context vond je onderzoek plaats (les, klas, team, school breed)?
Het vooronderzoek heeft plaatsgevonden bij drie verschillende opleidingen van het Mediacollege. Namelijk Mediaredactiemedewerker (studenten & docenten), Mediaproducer (studenten & docenten) en Filmacteur (alleen docenten). Het prototype is alleen getest door de studenten van Mediaredactiemedewerker en Mediaproducer.
Wat wilde je te weten komen?
Ik wilde te weten komen of er een connectie was tussen de motivatie van studenten en de huidige inzet van de digitale systemen tijdens hun opleiding en welke interventies nodig zouden zijn om dit te verbeteren.
Wat wilde je opleveren?
Het startpunt was het schrijven van een advies en mogelijk protocol waarin de ervaringen van studenten (en die van docenten) leidend zijn. Deze ervaringen zijn in het vooronderzoek dan ook uitgebreid bevraagd en zouden verder getest worden na het opzetten van een protocol. Toen er vanuit de instelling al een concept beleid werd gedeeld, heb ik het product veranderd naar een wegwijzer op basis van het aankomende beleid.
Hoe heb je je onderzoek aangepakt (informatie vinden, experts bevragen etc.)?
Ik heb een enquête verspreid binnen drie verschillende opleidingen. Omdat ik me wilde baseren op de student- en docentbehoeften in het beoogde prototype. Op basis van de antwoorden ben ik in gesprek gegaan met studenten en onderwijskundigen van Mediacollege Amsterdam en ROC van Amsterdam. Met zowel de studenten als onderwijskundigen heb ik gesproken over de invulling en inzet van digitale systemen en hun onderwijskundige visie. In samenwerking met Laura Schouten (onderwijskundige practoraat Mediawijsheid) ben ik tot het uiteindelijke prototype gekomen.
Waar liep je tegenaan?
Ik liep tegen het feit aan dat er vanuit de instelling al bepaalde keuzes waren gemaakt, waardoor er een aantal restricties op het onderzoek werden gelegd. De manier waarop de keuzes gemaakt zijn staat haaks op de aanpak die ik heb gebruikt voor het onderzoek. Waarbij de instelling ‘top-down’ de keuzes heeft gemaakt, ben ik juist vanuit onderaf gestart.
Ik vond het zelf erg belangrijk om de dagelijkse gebruiker de ruimte te geven. Ze konden aangeven hoe zij met applicaties en systemen om kunnen en willen gaan. Prioriteit was de praktische invulling en toewijzing van doelen aan systemen in plaats van de theoretische intentie.
Omdat er een groot verschil zit tussen de twee manieren, en daarmee ook de resultaten en wensen, ontstond er een ‘versus’ situatie. Het balanceren tussen deze twee invalshoeken zorgde voor een uitdaging om een middenweg te vinden waarin beide partijen tevreden konden zijn.
Wat gaf je energie?
Het proces was af en toe erg vermoeiend en ik kon daardoor niet altijd energie uit het onderzoek krijgen. De grenzen proberen op te zoeken in het belang van de studenten. Maar ook het ontdekken van de ruimte binnen de gestelde kaders kon daarentegen ook energie opleveren. Het flexibel opstellen, het brainstormen en zoeken naar oplossingen valideerde mijn eerder gestelde onderzoeksvraag. Het belang om met deze vragen verder te gaan werd door het onderzoek alleen maar bevestigd.
Wat hebben andere docenten aan je onderzoek?
Ik hoop vooral dat de docenten, onderwijskundigen en beleidsmakers zien dat een top-down aanpak niet altijd de gewenste resultaten oplevert. Het gaat tenslotte om de eindgebruikers. Zodra je die meer meeneemt in het maken van beleid is er meer begrip en daarmee ook minder verantwoording van keuzes nodig.
Daarnaast heb ik de resultaten uit mijn enquête en interviews samengevat in een infographic waarin algemene producteisen staan voor digitale systemen. Deze zelfde eisen kwamen ook voor in de reacties op de wegwijzer die ik heb gemaakt voor de studenten. Andere docenten kunnen dit vrij universeel inzetten wanneer ze hun onderwijs en/of systemen gaan ontwerpen of inrichten.
Uiteindelijk is het belangrijkste wat ik ze wil meegeven na het bekijken van mijn resultaten. Ga in gesprek met studenten over het/jouw onderwijs. Haal evidence op en baseer daarop de volgende stappen. Blijf samen met de studenten ontwikkelen en innoveren.