JE HEBT ONS GEHACKT

emoji

Dan is deze conferentie echt wat voor jou!

Omgaan met negatief online effect

Door het internet hebben jongeren gemakkelijk contact met elkaar. Vaak is dit leuk en handig, maar helaas niet altijd. Cyberpesten, identiteitsfraude en sexting zijn mogelijke gevolgen. Twee op de tien kinderen komen in aanraking met digitaal pesten. Doordat je elkaar tijdens online contact niet werkelijk ziet, is het gemakkelijker om iets te doen wat je normaliter niet doet. De studenten leren hoe je hiermee kunt omgaan.

Omgaan met negatief online effect
Tijdsduur:
90 min.
Mbo-niveau:
1 | 2
Benodigdheden:
Device per student
In te zetten bij:
Burgerschap | ICT | Mediawijsheid | Nederlands | SLB

Competentie

Verbinden via media.

Reflecteren op mediagebruik.

Lees hier meer over de verschillende mediawijsheid competenties

Thema

  • Omgaan met (sociale) media;
  • Privacy.

Lesdoelen

  • De student kan de term sexting, cyberpesten, identiteitsfraude uitleggen aan de hand van voorbeelden;
  • De student kan beschrijven wat de gevolgen zijn van sexting, cyberpesten, identiteitsfraude;
  • De student weet wat je kunt doen tegen sexting, cyberpesten en identiteitsfraude.

Te leveren producten

Brochure.

Beginsituatie

De studenten hebben de termen sexting, cyberpesten en identiteitsfraude mogelijk weleens gehoord, maar hebben hier nog niet of weinig les over gehad.

Vooruitkijken - 20 min

Door het internet hebben jongeren gemakkelijk contact met elkaar, vaak is dit leuk en handig, maar dat geldt helaas niet altijd. Cyberpesten, identiteitsfraude en sexting zijn voorbeelden van negatief gedrag online. Twee op de tien kinderen is in aanraking gekomen met digitaal pesten.  Doordat je elkaar tijdens online contact niet werkelijk ziet zal het gemakkelijker zijn om iets te doen wat je normaal gesproken niet doet.

Hieronder staan zes situaties. Lees de situaties samen door. Welk begrip kun je hieraan koppelen? Kies uit:

  • Cyberpesten
  • Sexting
  • Identiteitsfraude
  1. Mieke (19) loopt op straat en haar rijbewijs wordt ongemerkt uit haar zak gestolen. Mieke heeft geen auto en gebruikt haar rijbewijs eigenlijk nooit. Een week later ontvangt Mieke een bericht dat zij een boete heeft van 250 euro vanwege te hard rijden. Mieke begrijpt er niets van, totdat zij erachter komt dat ze haar rijbewijs kwijt is.
  2. Als Linda (14) geen naaktfoto van zichzelf verstuurde, zou haar vriendje het uitmaken. Inmiddels staat de foto op social media en is het bericht al 500 keer gedeeld. De hele school heeft het erover en Linda wordt erg gepest. Inmiddels weigert Linda om naar school te gaan, de kans is groot dat ze dit jaar niet gaat halen.
  3. Carolien (16) kreeg op een gegeven moment allerlei mails met hele nare teksten. Bijvoorbeeld “jij bent helemaal niets, een nul en al jouw vriendinnen haten je achter je rug om.” Hoe hard Carolien het ook wilde negeren, het deed pijn en ze vertrouwde niemand meer.
  4. Kian (24) krijgt een volgverzoek van zijn collega Bart. Kian dacht eigenlijk dat ze elkaar allang volgden, maar ja, hij zal het wel vergeten zijn. Vlak nadat Kian het verzoek accepteert krijgt hij een DM van Bart: “Hey Kian, wat gek he, ik dacht dat we elkaar allang volgden. Ik heb een vraagje aan je, mijn loon is nog steeds niet gestort en ik zit een beetje krap deze maand. Zou jij misschien 100 euro naar mij over kunnen maken, je krijgt het natuurlijk zo snel mogelijk terug”. Kian wil Bart graag helpen, de volgende dag hoort hij van Bart dat hij hier niets vanaf weet.
  5. Diana (15) is verhuisd en komt in een nieuwe klas. Een klasgenoot voegt haar toe in de groepsapp op Whatsapp. Diana besluit zich voor te stellen aan haar klasgenoten en stuurt een berichtje waarin zij vertelt wie zij is, waar zij vandaan komt, haar leeftijd en hobbies. Diana hoopt dat zij snel vrienden maakt in haar nieuwe klas. Op Diana haar berichtje werd snel gereageerd: “Ik zou maar uitkijken als ik jou was anders krijg je klappen trut”. Diana heeft een screenshot gemaakt van het bericht en aan haar mentor laten zien. Nu noemt de hele klas haar een leugenaar en krijgt ze steeds vervelende berichtjes.
  6. Chris (14) is erg handig met computers. Op een dag komt hij thuis na school en vraagt een vriend of hij een nieuw profiel wil aanmaken voor één van hun andere vrienden: Dennis. Chris wil graag helpen en maakt een nieuw account aan voor Dennis. De volgende dag blijkt dat het nieuwe profiel is bewerkt met een gekke foto en vreemde teksten. Iedereen op school maakt Dennis nu belachelijk.

Bespreek klassikaal welk begrip bij welke vraag hoort. Je kunt dit ook doen door te laten stemmen via Mentimeter.

Uitvoering - 30 min

Opdracht 1

De studenten schrijven in eigen woorden op wat onderstaande begrippen betekenen volgens hen. De antwoorden kunnen opgeschreven worden in een Word-document of op een los papier.

  • Cyberpesten
  • Sexting
  • Identiteitsfraude

Ze bespreken in groepjes van vier (of groter/kleiner, net wat uitkomt) de volgende vragen:

  • Wat zou jij doen als je slachtoffer wordt van cyberpesten/sexting/identiteitsfraude?
  • Wat doe je als je weet dat iemand anders slachtoffer is van cyberpesten/sexting/identiteitsfraude?

Vermeld dat Meldknop een site is waar je heel veel informatie kunt vinden over deze onderwerpen en dat dit een plek is waar studenten altijd op kunnen kijken als zij meer willen weten over het onderwerp of slachtoffer zijn.

Opdracht 2

In deze laatste opdracht maken de studenten een informatiefolder over één van de volgende onderwerpen:

  • Cyberpesten
  • Identiteitsfraude
  • Sexting

Dit doen zij om hun kennis om te zetten naar een brochure. Ze volgen onderstaande stappen:

  1. Open Word en klik op nieuw. Je ziet nu een zoekbalk, typ in de zoekbalk het woord ‘Brochure’.
  • Kies Brochure
  1. Verwijder de voorbeeld tekst en foto’s
  2. Ga op zoek naar foto’s die te maken hebben met jouw onderwerp.
  3. Verwerk de volgende vragen in jouw brochure:
  • Wat is het?
  • Wat zijn de gevolgen?
  • Wat kun je er tegen doen?

Zorg ervoor dat iedereen zijn brochure met elkaar deelt, via het online platform van de school bijvoorbeeld.


Opdracht vereenvoudigd

De studenten oefenen met hun begrip van de termen:

  • Cyberpesten
  • Identiteitsfraude
  • Sexting

Ze omschrijven individueel wat de begrippen inhouden en bespreken daarna in groepjes wat ze hebben opgeschreven.


Verdiepingsopdracht

Stel je voor dat je weet of het vermoeden hebt dat er een student in de klas is die slachtoffer is geworden van cyberpesten/sexting/identiteitsfraude. Vertel dan in een eerdere les dat je mogelijk een les wilt geven over deze thema’s, zeg dat studenten de vragenlijst (via bijvoorbeeld Mentimeter) anoniem kunnen invullen om te peilen of het geven van de les een goed idee is. Vragen voor deze vragenlijst kunnen zijn:

  • Zou je graag meer informatie willen krijgen over de thema’s cyberpesten, sexting en identiteitsfraude?
  • Zou je dit willen doen in een les met jouw klas, waarbij er niet wordt ingegaan op persoonlijke verhalen?
  • Wil je met een leraar of ander vertrouwenspersoon praten over cyberpesten/sexting/identiteitsfraude?

Maak op basis van de vragenlijst je keuze om deze les te geven of niet. Als je de les niet kan geven dan kan je nog wel een opdracht uit deze les naar je studenten sturen om zelf thuis te maken.


 

Terugkijken - 40 min

Sluit de les af met de werkvorm post it. Stel studenten een vraag over wat ze opvallend, verrassend, interessant vonden in deze les. Dit schrijven ze op een post-it en posten deze. Eventueel kun je een paar studenten vragen om toelichting. Online kun je dit doen met een Padlet of in de chat.

 

Dit is een product van het Practoraat Mediawijsheid. Onze lessen vallen onder de Creative commons licentie