JE HEBT ONS GEHACKT

emoji

Dan is deze conferentie echt wat voor jou!

Effectief gebruik van sociale media

In deze les krijgen de studenten inzicht in hun socialemediagebruik en het bijbehorende netwerk.

Effectief gebruik van sociale media
Tijdsduur:
60 min.
Mbo-niveau:
3 | 4
Benodigdheden:
Device per student
In te zetten bij:
Burgerschap | Mediawijsheid | SLB

Competentie

Apparaten en software bedienen.

Verbinden via media.

Lees hier meer over de verschillende mediawijsheid competenties

Thema

Omgaan met (sociale) media.

Lesdoelen

  • De student kan beschrijven hoe sociale netwerken effectief kunnen worden ingezet;
  • De student is zich bewust van het eigen sociale media gebruik.

Te leveren producten

Een mindmap bij de vraag: ‘Waar kan je sociale media voor gebruiken?’

Beginsituatie

De studenten hebben basaal begrip van de bedieningslogica van nieuwe media apparaten en toepassingen. Ze gebruiken e-mail, internet, mobiele telefoon en sms wanneer dat door de omgeving gevraagd wordt, maar doen dit niet uit eigen beweging. De studenten onderzoeken de mogelijkheden die nieuwe media bieden niet actief.

Vooruitkijken - 10 min

Begin de les met de illusie van Mark Deuze. In zijn boek Media Life (2012) laat Mark Deuze, hoogleraar mediastudies aan de UVA, zien hoe we tegenwoordig ín de media leven, in plaats van ermee. Media zijn tegenwoordig verstrengeld met alles wat we doen, zijn overal waar mensen zijn en vervullen een rol in alles wat mensen willen of proberen te zijn. De gedachte dat we met de media leven, veronderstelt de mogelijkheid dat we die media uit kunnen zetten en ons er op elk gewenst moment vanaf kunnen wenden. Dat is volgens Deuze een illusie.

De citaten “Wat water is voor vissen zijn de media voor ons” en “Media zijn voor ons als eten en ademhalen” komen uit het boek van Deuze. Hoe kunnen we in de toekomst gezond verder zwemmen vraagt Deuze zich af.

Bespreek dit met studenten:

  • Je mobiel even noodzakelijk als ontbijt? Gaat dat niet wat ver?
  • Wat vinden studenten ervan?

Uitvoering - 40 min

Opdracht 1

Voor deze opdracht gebruik je de coöperatieve werkvorm; binnen- buitenkring.

  1. De studenten staan in twee kringen. Doordat de studenten in de kringen roteren, ontstaan er steeds nieuwe tweetallen.
  2. De helft van de studenten vormt één grote kring, met het gezicht naar binnen gericht. De andere helft studenten vormen een tweede kring binnen de eerste kring, met het gezicht naar buiten. Zorg dat uit beide kringen de studenten steeds tegenover elkaar staan. Zo ontstaat er een binnen– en een buitenkring.
  3. In elk tweetal praat één student. De binnenkring vertelt iets n.a.v. een vraag/opdracht die mondeling of schriftelijk gegeven wordt. Ze krijgen dertig seconden bedenktijd voor een antwoord.
  4. De studenten wisselen van rol. De studenten uit de buitenkring doen hetzelfde.
  5. De studenten roteren. Eén van de kringen schuift een (door de docent bepaald) aantal plaatsen door (met de klok mee). Voer opnieuw stap 2 t/m 5 uit.

Stel de volgende vragen aan de studenten:

  • Waarvoor gebruik jij de verschillende sites waarop je dagelijks te vinden bent?
  • Wanneer post je iets op Facebook en wanneer beter op Twitter?
  • Waarom post je iets op Facebook of Twitter?
  • Lees je vooral zaken van het internet of post je ook?
  • Wat vind je van mensen die alleen lezen (leechers)?
  • Wat vind je van mensen die altijd een reactie geven?
  • Hoe vind je het dat mensen altijd filmpjes doorsturen?
  • Gebruik je je sociale netwerk op de verschillende sociale media sites als netwerk voor een bijbaan? Of een opdracht voor school?

Opdracht 2

Verdeel studenten in groepen van drie of vier. Laat ze een mindmap maken over de volgende vraag: Voor welke doelen zou je sociale media nog meer kunnen gebruiken? Om een mindmap te maken kunnen ze gebruik maken van Padlet.


Opdracht vereenvoudigd

De studenten lezen onderstaand citaat uit het boek van Mark Deuze:

“Onderzoek laat steevast zien dat we in de loop der jaren steeds meer tijd zijn gaan besteden aan media en dat meerdere media tegelijkertijd gebruiken een doodnormaal verschijnsel geworden is. Het consumeren van mediainhouden vindt tegenwoordig vaak gelijktijdig plaats met het produceren voor media, waardoor mensen zichzelf gaandeweg lijken te verliezen in eindeloos zappen, kijken, lezen, downloaden, luisteren, chatten, bladeren, forwarden, surfen, uploaden, posten, mailen, klikken en tweeten.”

Bespreek de volgende leesvragen met studenten:

  • Hoe zou je de tekst van Deuze in je eigen woorden samenvatten?
  • Kun je uitleggen aan de hand van dit citaat waarom Deuze denkt dat media voor ons hetzelfde zijn als eten en ademhalen?
  • Gebruik jij mediainhouden wel eens gelijktijdig? Hoe ziet dat eruit?

Verdiepingsopdracht

De studenten gaan met de gemaakte mindmap van opdracht 2 verder en passen dit toe op hun werkveld. Welke doelen zijn er specifiek voor hun werkveld waarvoor je sociale media kunt inzetten? Hoe zou dat eruit zien? Ze bespreken dit in groepjes van drie of vier en noteren hun drie belangrijkste toepassingen, zodat ze dit eventueel klassikaal kunnen delen.


 

Terugkijken - 10 min

Bespreek met de studenten hoe zij in de mindmap hebben bedacht hun sociale media effectief in te willen zetten.

Dit is een product van het Practoraat Mediawijsheid. Onze lessen vallen onder de Creative commons licentie