Verbinden via media.

Online profileren.

• De student kan uitleggen waarom een stage binnen de opleiding hoort;
• De student kan leerdoelen bedenken voor tijdens de stage.

Een vlog en peerfeedback.

De student gaat binnenkort starten met de stage. Er zijn nog geen doelen geformuleerd, maar gaan daar deze les over nadenken.

Om een indruk te krijgen van een stagiair op stage kijkt de klas een stagiair in beeld.

Leg uit (aan de hand van het stageboek of POB of BPV-handboek) hoe de stage is ingedeeld. Van sollicitatieprocedure, matchingsprocedure tot de daadwerkelijke stage. Vertel wat het doel is van de stage. Opdrachten die gemaakt moeten worden tijdens stage worden benoemd. Een ouderejaarsstudent kan wellicht vertellen over de urenverantwoording, stagevergoeding en de eigen ervaring.

Opdracht 1: Peers

Voorafgaand aan de stage worden koppels gevormd. Deze ‘buddies’ gaan als ‘peers’ te werk tijdens de stageperiode. Ze delen met elkaar wat ze onderzoeken en maken of laten het elkaar zien. Ze delen hun leerdoelen zodat ze elkaar feedback kunnen geven op SMART formuleringen maar ook op inhoud. De koppels stellen elkaar vragen over de leerdoelen en onderzoeken samen bij welk bedrijf deze leerdoelen het beste tot uiting komen.

Opdracht 2: Vlog

Maak een vlog (video logboek) over je toekomstige stage van maximaal 1 minuut. Leg in de vlog het volgende uit:

• Waarom jij voor deze opleiding hebt gekozen.
• Waarom je nu stage gaat lopen.
• Wat je wil leren van een stage.
• Wat je verwacht van een stagebedrijf.

De buddies bekijken elkaars filmpje en geven elkaar feedback. De vlog komt in het POP.

Studenten gaan de gemaakte vlog uploaden naar een Padlet. Na het uploaden bekijken ze tenminste één andere video en geven ze feedback aan de klasgenoot.